Merwede kanaal

Oorspronkelijk liep het Merwedekanaal van het Oostelijk Havengebied in Amsterdam naar Gorinchem.

Het Oostelijk Havengebied is het deel van Amsterdam dat in de hoek van het IJ en het Amsterdam-Rijnkanaal ligt. Aangelegd aan het eind van de 19e eeuw om de toenemende handel met Indie de ruimte te bieden.

De aanleg van de spoorlijn en het Centraal Station voor het oude havenfront van de stad maakte dat er nieuwe plekken voor havens nodig waren. Op dat moment was dit deel van de stad nog een stuk wildernis, een moerasgebied genaamd de Rietlanden.

De grens van het vasteland wordt dan nog gevormd door de Zeeburgerdijk. Die dijk heet dan nog de Sint Anthoniesdijk, en hij loopt via het vestingwerk Zeeburch naar de Zuiderzee, naar wat nu de Diemerzeedijk heet.

HVM rondvaart Amsterdam Oosterdok

Het besluit tot aanleg van het Merwedekanaal werd genomen door minister Klerck in 1881.

In 1892 werd het nieuwe kanaal officieel in gebruik genomen. Het kanaal was gedeeltelijk een verbreding en verdieping van bestaande kanalen, waaronder de uit 1825 daterende Keulse Vaart. Tussen Amsterdam en Utrecht werd echter een geheel nieuw kanaal gegraven. Tussen Utrecht en Vreeswijk werd gebruikgemaakt van de bestaande Vaartse Rijn. Tussen Vianen en Gorinchem werd gebruikgemaakt van het bestaande Zederikkanaal.Er waren schutsluizen te Amsterdam Zeeburg, Utrecht, Vreeswijk, Vianen en Gorinchem.

Omdat het Merwedekanaal niet meer aan de eisen van de tijd voldeed, werd het langere, bredere en diepere Amsterdam-Rijnkanaal geprojecteerd. Door tussen Amsterdam en de rivier de Lek het waterpeil op een niveau te brengen en daarmee de sluizen weg te laten, en door een kortere route, kon een belangrijke vaartijdwinst worden bereikt. Ook de capaciteit werd vergroot door een grotere breedte en diepte. Tot aanleg werd besloten in 1931. Het traject Amsterdam – Utrecht werd in  1952 onderdeel van dit nieuwe kanaal.

Het gedeelte ten zuiden van Utrecht bleef grotendeels in de oude staat.

zie www.vaarmij.nl