Amsterdam

Amsterdam

Heilige stad

 

Misschien moeilijk te geloven, maar Amsterdam was ooit een pelgrimsoord. De oorsprong hiervan lag in “het wonder van de hostie”: in het jaar 1345 werd een stervende man de laatste communie toegediend. Na enkele uren braakte hij de hostie uit en vervolgens wierpen de omstanders dit in het haardvuur. De volgende dag bleek dat noch de maagsappen, noch het vuur de hostie beschadigd hadden. Reden genoeg om het een speciale plaats in de Oude Kerk te geven. Ook hier gebeurden vreemde dingen. Omdat het wonder inmiddels grote proporties had aangenomen werd voor de hostie een speciale kapel gebouwd: de heilige stede. Eén van de bezoekers van deze pelgrimskerk was Keizer Maximiliaan van Oostenrijk. Volgens de overlevering zou hij als ongeneselijk zieke de kapel zijn ingegaan om er vervolgens als herboren uit te komen. Het hostiewonder wordt nog steeds herdacht in een jaarlijkse processie: “de stille omgang”.

 

Vissers

Het is niet bekend in welk jaar Amsterdam gesticht is. Het oudste document waarin de stad genoemd wordt, dateert uit 1275. In dit document verleent graaf Floris de Vijfde tolrechten aan de stad. Er bestaat een legende over twee Friese vissers en een hondje. Zij zouden als eersten een woning langs de Amstel hebben gebouwd. Daarop volgende generaties bouwden dijken langs de oevers van de Amstel en, midden in de rivier, een dam (1240). Deze dam werd en bleef het centrum van de nederzetting.

 

Met dank aan Antwerpen.


In 1576 werd Antwerpen geplunderd en verwoest door het Spaanse leger. Veel kooplieden besloten naar Amsterdam te verhuizen. Deze input van kennis en geld droeg in grote mate bij aan de 17e eeuwse “boom” op het gebied van handel, kunst en wetenschap.

Multinationals

Heel belangrijk voor de economische ontwikkelingen in de 17e eeuw was de oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in 1602. Deze compagnie was ’s werelds eerste multinational. Het had in Nederland het monopolie op handel met de landen ten oosten van Zuid Afrika. Hoewel de VOC in meerdere steden gevestigd was, bleef het grootste deel van de winst in Amsterdam. In een stad waar zoveel geld omging, konden een internationaal erkende wisselbank (1609) en een beurs (1611) niet ontbreken.
Scheepvaart en handel waren niet beperkt tot het oosten. Voor “de west” werd in 1621 de West Indische Compagnie gesticht, evenals de VOC een monopolist met vaak onzuivere vormen van handel.
Naast genoemde multinationals met aandelen waren er ook vele particuliere bedrijven. Samen spanden zij een handelsweb over heel Europa.

Immigranten en grachten.

De toestroom van migranten uit Vlaanderen leidde tot een enorm tekort aan woningen. Daarom besloot de stadsraad begin 17e eeuw drie hoofdgrachten te laten graven : Heren- Keizers- en Prinsengracht. Na oplevering van het werk kon iedereen met voldoende middelen hier een perceel kopen en een huis annex pakhuis laten bouwen. Omdat het vervoer van handelsproducten per schip ging, was een locatie aan de gracht zeer in trek bij de handelslieden. Inmiddels vindt er in de panden langs de grachten weinig opslag meer plaats. Wel is de grachtengordel nog steeds een heel mooi en levendig stuk Amsterdam.

De Fransen.

In de vroege 18e eeuw weken veel Franse Hugenoten uit naar Amsterdam. De rijksten onder hen vestigden zich langs de grachten. De immigranten met een kleinere beurs moesten genoegen nemen met een woning in “het Nieuwe Werk”; een 17e eeuwse wijk net ten westen van de grachtengordel. Deze wijk kennen we tegenwoordig als “de Jordaan”. Waarschijnlijk zijn de Hugenoten debet aan deze naamsverandering. Zij zagen de wijk als de tuin van Amsterdam. Combineer “jardin”met het Amsterdamse accent, en je hebt Jordaan.

Onder Louis Bonaparte, broer van Napoleon, werd Nederland een koninkrijk met Amsterdam als hoofdstad. Hier heeft Louis zich onsterfelijk gemaakt met een goed bedoelde poging zijn onderdanen in het Nederlands toe te spreken: bij zijn uitspraak “ik ben uw konijn” zullen velen moeite gehad hebben de spieren strak te houden.

Hoewel Louis het goed voor had met Amsterdam en Nederland, leidde de Franse inmenging tot verval. Er kwam bijna geen schip meer in de stad, de pakhuizen stonden leeg en de bevolking nam af.

Misère

Na het vertrek van de Fransen lag het land er verloren bij. Koning Willem 1 trachtte handel en productie op een hoger niveau te brengen middels de Nederlandse Handelsmaatschappij. Het resultaat was niet overweldigend. Ook Amsterdam bleef arm. De bevolking nam toe maar er was geen geld voor stadsuitbreiding. Een enorme overbevolking en slechte huisvesting was het gevolg.

 

De stad herrijst.


Het tij keerde rond 1870. De aanleg van het Suezkanaal en het ontstaan van Duitsland als eenheidsstaat, boden Amsterdam nieuwe kansen. Ook de opening van het Noordzeekanaal (1878) was een belangrijke impuls. De betere financiële positie van de stad maakte het eindelijk mogelijk nieuwe woonwijken te bouwen.

Twintigste eeuw

Dankzij de woningbouwwet (1901) komt de huisvesting op een hoger peil te staan: er gelden voortaan kwaliteitseisen en de overheid stimuleert de oprichting van woningbouwverenigingen. Veel van deze verenigingen bestaan nog steeds. Gezamenlijk bezitten ze meer dan de helft van het Amsterdamse woningbestand.

De tweede Wereldoorlog veroorzaakte veel ellende. Vrijwel de gehele Joodse bevolking werd gedeporteerd. De stad werd, met uitzondering van de haven, niet verwoest. Het historisch hart bleef behouden.

Nu is Amsterdam een actieve stad die op het gebied van handel, cultuur en vermaak niet onder doet voor andere wereldsteden.

Wat is er zo bijzonder aan Amsterdam ?

Allereerst natuurlijk de grachten, het grote aantal fietsen, het Van Goghmuseum, het Rijksmuseum, het Anne Frankhuis. Minder opvallend, maar minstens zo belangrijk: de tolerantie –of onverschilligheid - tegenover het gedrag van anderen. Daardoor valt niemand over het bestaan van de rosse buurt. Zelfs de rollerskater wiens kledij uit niet meer dan een slip bestaat, lijkt bij het normale straatbeeld te horen.