Arnhem Mode Biënnale groot succes
HVM vaartochten heeft afgelopen maand met succes de 30.000 bezoekers overgezet over de Neder-Rijn naar de steenfabriek als onderdeel van de Mode Biennale in Arnhem.
Hier het verslag:
Bijna duizelingwekkend, de hoeveelheid activiteiten die zich vorige maand afspeelde tijdens de tweede Arnhem Mode Biënnale. Er waren modeshows, dansvoorstellingen, performances, concerten, lezingen, filmavonden, guerrillastores, speciale etalages en zelfs een modemis. Kröller Müller in Otterlo heeft een tentoonstelling over Nederlandse modefotografie en boven de winkelstraten van Arnhem wapperen, als Napolitaans wasgoed, de bedrukte doeken van beeldend kunstenaars Giene Steenman en Jessica Helbach.
Maar het verreweg belangrijkste onderdeel van de biënnale is de tentoonstelling Welcome to the world of happy fashion, een ode aan opgewekte en vernieuwende mode die zich uitstrekt over drie locaties, om te beginnen het Museum voor Moderne Kunst. Via een trap daal je vervolgens af naar het lager gelegen Rietveldgebouw van ArtEZ, de hogeschool voor de kunsten. Een tijdelijke loopbrug voert naar de oever van de Rijn, waar de Merwede het publiek naar de aan de overkant van het water gelegen Steenfabriek brengt. Naast het laatste en grootste gedeelte van de expositie is daar een tijdelijke winkel met Nederlands design, en een catwalkruimte.
Waar de hoofdtentoonstelling van de eerste biënnale in 2005 begon met een serie strak vormgegeven Nederlandse ontwerpen in een artificiële regenbui, kom je nu binnen in een zonnige, lichte zaal. Op houten pallets staan met sterren en muzieknoten versierde vrouwenkleren van de Belg Martin Margiela en tere jurkjes van de jonge Nederlandse ontwerper Merel Boers, die dit jaar de Nederlandse Lancome Colour Designs Awards won.
De combinatie is tekenend voor de hele tentoonstelling: beroemde namen (Margiela dus, maar ook Lanvin, John Galliano, Viktor & Rolf) naast beginnend talent uit binnen- en buitenland. Niet alleen geeft die internationale aanpak een veel bredere kijk op mode dan de eerste biënnaletentoonstelling –die beperkte zich tot Nederlandse ontwerpers- het maakt het jonge Nederlandse design dat er te zien is overtuigender. Het hangt er niet omdat het uit toevallig Nederland komt, maar omdat het zich kan meten met grote merken, en bij het thema past. Ook sterk: alle kleding is actueel. Van Lanvin zijn er twee cocktailjurken uit de laatste wintercollectie, maar voor de rest komt alles uit de collecties voor deze zomer of komend najaar, of is speciaal voor de gelegenheid gemaakt. Het maakt de expositie fris en levendig, een blik op de toekomst in plaats van een terugblik.
In het Museum voor Moderne Kunst is het meest poëtische deel van de tentoonstelling te zien: lieflijke, feestelijke kleren aangevuld met pure, sentimentele kitsch als vazen met regenboogrozen en gipskruid en lege flessen Bruidstranen van Bols, waar een speeldoosje met een ballerina in zit. Een jeugdherinnering van biënnale-directeur Piet Paris (oftewel Pieter ’t Hoen)- als er iets te vieren was in zijn ouderlijk huis, kwam zo’n fles op tafel. In de ‘vlindertuin’ vliegen tussen op vlinders gebaseerde ontwerper van onder meer The People of the Labyrinths en Rodarte echte vlinders rond.
In het academiegebouw is plaats voor modeillustraties en een prognosevideo. Het spectaculairste gedeelte van de tentoonstelling bevindt zich in de Steenfabriek. Niet alleen zijn er in de immense hal zeer bijzondere stukken te zien als de op de huizen uit zijn geboortedorp gebaseerde, gehaakte kleren van Japanner Yoshikazu Yamagata. De kledingstukken staan er opgesteld op verschillende ondergronden, die de sfeer van de ontwerpen moeten versterken. Onder een groepje lichte, etherische creaties ligt een fris geurende catwalk van waspoeder, om de kleren van de Brit Matthew Ames van te kunnen bekijken, moet je door een pad van schuimrubber waden, poppen in de vrolijke mannenkleren de Zweed Henrik Vibskov liggen tussen tientallen borsten op steeltjes, de vier kasjmier ‘zwanen’ van het Nederlandse KIND hebben een enorme vijver tot hun beschikking.
Pieter ’t Hoen en co-curator Joff (Joffrey Moolhuizen) hebben met Welcome to the world of happy fashion een zintuiglijke, emotionele tentoonstelling willen neerzetten. Zoals ’t Hoen vrijdagavond zei: ‘Mode is niet alleen maar grote shows en de nieuwste tas van Gucci. Mode gaat ook over gevoel.’ De boodschap komt over, luid, duidelijk en feestelijk. Het is bijna onmogelijk de expositie zonder glimlach te verlaten.
Op de foto's: biënnale-directeur Piet Paris in een happy outfit van Comme des Garçons, een installatie van The Idiots, modelegende Diane Pernet (die een film-en videoprogramma samenstelde voor de biënnale), en kleren van respectievelijk ...And beyond, Lanvin en Klavers & Van Engelen.
Maar het verreweg belangrijkste onderdeel van de biënnale is de tentoonstelling Welcome to the world of happy fashion, een ode aan opgewekte en vernieuwende mode die zich uitstrekt over drie locaties, om te beginnen het Museum voor Moderne Kunst. Via een trap daal je vervolgens af naar het lager gelegen Rietveldgebouw van ArtEZ, de hogeschool voor de kunsten. Een tijdelijke loopbrug voert naar de oever van de Rijn, waar de Merwede het publiek naar de aan de overkant van het water gelegen Steenfabriek brengt. Naast het laatste en grootste gedeelte van de expositie is daar een tijdelijke winkel met Nederlands design, en een catwalkruimte.
Waar de hoofdtentoonstelling van de eerste biënnale in 2005 begon met een serie strak vormgegeven Nederlandse ontwerpen in een artificiële regenbui, kom je nu binnen in een zonnige, lichte zaal. Op houten pallets staan met sterren en muzieknoten versierde vrouwenkleren van de Belg Martin Margiela en tere jurkjes van de jonge Nederlandse ontwerper Merel Boers, die dit jaar de Nederlandse Lancome Colour Designs Awards won.
De combinatie is tekenend voor de hele tentoonstelling: beroemde namen (Margiela dus, maar ook Lanvin, John Galliano, Viktor & Rolf) naast beginnend talent uit binnen- en buitenland. Niet alleen geeft die internationale aanpak een veel bredere kijk op mode dan de eerste biënnaletentoonstelling –die beperkte zich tot Nederlandse ontwerpers- het maakt het jonge Nederlandse design dat er te zien is overtuigender. Het hangt er niet omdat het uit toevallig Nederland komt, maar omdat het zich kan meten met grote merken, en bij het thema past. Ook sterk: alle kleding is actueel. Van Lanvin zijn er twee cocktailjurken uit de laatste wintercollectie, maar voor de rest komt alles uit de collecties voor deze zomer of komend najaar, of is speciaal voor de gelegenheid gemaakt. Het maakt de expositie fris en levendig, een blik op de toekomst in plaats van een terugblik.
In het Museum voor Moderne Kunst is het meest poëtische deel van de tentoonstelling te zien: lieflijke, feestelijke kleren aangevuld met pure, sentimentele kitsch als vazen met regenboogrozen en gipskruid en lege flessen Bruidstranen van Bols, waar een speeldoosje met een ballerina in zit. Een jeugdherinnering van biënnale-directeur Piet Paris (oftewel Pieter ’t Hoen)- als er iets te vieren was in zijn ouderlijk huis, kwam zo’n fles op tafel. In de ‘vlindertuin’ vliegen tussen op vlinders gebaseerde ontwerper van onder meer The People of the Labyrinths en Rodarte echte vlinders rond.
In het academiegebouw is plaats voor modeillustraties en een prognosevideo. Het spectaculairste gedeelte van de tentoonstelling bevindt zich in de Steenfabriek. Niet alleen zijn er in de immense hal zeer bijzondere stukken te zien als de op de huizen uit zijn geboortedorp gebaseerde, gehaakte kleren van Japanner Yoshikazu Yamagata. De kledingstukken staan er opgesteld op verschillende ondergronden, die de sfeer van de ontwerpen moeten versterken. Onder een groepje lichte, etherische creaties ligt een fris geurende catwalk van waspoeder, om de kleren van de Brit Matthew Ames van te kunnen bekijken, moet je door een pad van schuimrubber waden, poppen in de vrolijke mannenkleren de Zweed Henrik Vibskov liggen tussen tientallen borsten op steeltjes, de vier kasjmier ‘zwanen’ van het Nederlandse KIND hebben een enorme vijver tot hun beschikking.
Pieter ’t Hoen en co-curator Joff (Joffrey Moolhuizen) hebben met Welcome to the world of happy fashion een zintuiglijke, emotionele tentoonstelling willen neerzetten. Zoals ’t Hoen vrijdagavond zei: ‘Mode is niet alleen maar grote shows en de nieuwste tas van Gucci. Mode gaat ook over gevoel.’ De boodschap komt over, luid, duidelijk en feestelijk. Het is bijna onmogelijk de expositie zonder glimlach te verlaten.
Op de foto's: biënnale-directeur Piet Paris in een happy outfit van Comme des Garçons, een installatie van The Idiots, modelegende Diane Pernet (die een film-en videoprogramma samenstelde voor de biënnale), en kleren van respectievelijk ...And beyond, Lanvin en Klavers & Van Engelen.